Als ondernemer ga je investeren in je onderneming. Voor de een is een laptop en mobiele telefoon voldoende, de ander moet wellicht wat dieper in de buidel tasten voor machines, panden en inventaris. Het overzicht van wat jij allemaal nodig hebt om te kunnen starten met je onderneming noemen we de investeringsbegroting. Hoe groot of klein je investeringen ook zijn, belangrijk is om te weten hoe je dit zakelijk en fiscaal goed regelt.
Wie start als ondernemer, zal waarschijnlijk een aantal zakelijke investeringen doen. De aankopen die je doet als ondernemer, rekenen we tot het zakelijk vermogen. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld een camera, statief en lichtbakken als je van start gaat als zelfstandig fotograaf. Of je stoelen, tafels, counter en keuken bij de start van een horecabedrijf.
Ook kan het zijn dat je goederen gebruikt die je al in je bezit hebt als privé persoon. Bijvoorbeeld een IT-consultant die zijn eigen laptop en auto gebruikt voor zijn nieuwe adviesbureau. Hou je dit buiten de onderneming, dan spreken we over privé vermogen.
Gebruik je de investering voor meer dan 90% zakelijk, dan hoort dit verplicht tot het zakelijk vermogen. Gebruik je de aangeschafte middelen minder dan 10% zakelijk dan spreken we van verplicht privé vermogen. Voor alle investeringen die qua gebruik hiertussen in liggen, geldt dat je zelf kan kiezen welk etiket je eraan hangt: zakelijk of privé vermogen.
Al het door jou ingebrachte zakelijke vermogen noemen we activa. Deze zaken staan in jouw beginbalans aan de linkerzijde, ook wel debetzijde genoemd. Dit zijn jouw zakelijke bezittingen, waarover je vaak ook gaat afschrijven.
Bij de activa van een onderneming wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en vlottende activa. Activa welke in de regel langer dan 1 jaar op de balans van een onderneming staan, worden aangeduid als vaste activa. Hierbij wordt dan vaak nog onderscheid gemaakt tussen materiele-, immateriële- en financiële vaste activa.
Vlottende activa staan in de regel korter dan 1 jaar op de balans. Deze activa worden namelijk in het algemeen binnen de termijn van 1 jaar in geld omgezet. Denk bijvoorbeeld aan de voorraad die je verkoopt of de debiteur die de factuur betaalt.
Aan de linkerzijde van de balans staat ook het saldo van de bank of kas. Dit noemen we liquide middelen: direct beschikbaar geld binnen de onderneming.
Vanuit de overheid wordt het investeren in je bedrijf gestimuleerd. Als je in een boekjaar investeert in bedrijfsmiddelen, kan je in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). De KIA is een aftrekpost op je winst. Het bedrag dat je mag aftrekken, hangt af van het geïnvesteerde bedrag in het boekjaar. Klik hier voor meer informatie en de bijhorende bedragen.
